Invasieve exoten

Invasieve exoten zijn ongewenst en dienen aangepakt te worden. Een goed plan is daarom onontbeerlijk. Japanse duizendknoop, als voorbeeld, zorgt voor een onevenwichtige biodiversiteit. Door de grootte van de plant kunnen gevaarlijke situaties in het verkeer ontstaan en het krachtige wortelstelsel kan leiden tot ontwrichting van civiele kunstwerken en gebouwen. De plantsappen van Reuzenberenklauw daarentegen kunnen leiden tot brandwonden bij passanten, bij spelende kinderen, maar ook bij huisdieren zoals honden. Door gebruik te maken van het eWeeding programma kunnen deze invasieve exoten teruggebracht worden tot een beheersbaar niveau. Studies van de afgelopen jaren hebben bovendien aangetoond dat toepassing van het eWeeding programma geen negatief effect heeft op het bodemleven en dat de gewenste biodiversiteit snel hersteld. Probleemgebieden kunnen hierdoor binnen afzienbare tijd weer op de traditionele manier beheerd worden.